Voor veel mensen is een oordeel iets lastigs. Het is namelijk niet fijn wanneer er over je geoordeeld wordt, maar ook zelf ben je vaak niet geheel zonder.

In de afgelopen jaren ben ik anders tegen oordelen gaan aankijken. Ik vergelijk het nu met dranghekken. Dat zit zo: Veel mensen leven op dit moment vanuit hun hoofd, hun denken. En daarbij past het ook om te ‘bedenken’ wat het betekent om een goed mens te zijn. Je gaat zoeken naar wat het goede is om te doen. En daar gebruiken wij oordelen bij. – Als je goed luistert naar de juf, dan doe je het goed, als je er doorheen kletst dan doe je het fout.- Je gaat dus oordelen over welk gedrag goed of fout is, om richting te kunnen geven aan jezelf.
En nu kom ik terug bij de dranghekken. Stel je voor dat je op de wereld staat en je kan werkelijk alle kanten op. Je wilt heel graag de goede kant op gaan, het goede doen, maar de wereld is zo groot dat je richting nodig hebt. En deze richting kan je jezelf geven en word je gegeven door het plaatsen van dranghekken. Oordelen dus. Oordelen is dus een manier om voor jezelf helder te krijgen hoe je het ‘goede’ doet, bevestigd te krijgen dat je het goede doet en jezelf te beschermen tegen mogelijke andere waarheden. (Dan zou je er namelijk achter kunnen komen dat je misschien toch niet het goede hebt gedaan. En dat is heel confronterend.)

Nu heb ik ondertussen geleerd dat er nog een heel andere manier is om erachter te komen hoe je ‘het goede’ kunt doen:

Leven met je hart open.

Best wel eng en helemaal niet zo eenvoudig wanneer dit van kinds af aan niet echt gestimuleerd is. Maar wanneer je dit onder de knie krijgt, dan opent zich een nieuwe wereld. Een wereld waarin je simpelweg weet wat je kunt doen om het goede te doen. Een wereld waarin je kunt zien dat een ander oordeelt omdat die persoon die dranghekken heel hard nodig heeft om zijn weg te bepalen. Een wereld waarin je natuurlijk nog steeds gekwetst kunt worden, maar waarin je dan uiteindelijk toch met de juiste zelfzorg alleen maar krachtiger en sterker wordt en daardoor je hart nog verder open kunt zetten.

Mijn wens is dat steeds meer mensen gaan beseffen dat om ‘het goede’ te doen, we helemaal geen dranghekken meer nodig hebben. En mochten we toch een dranghek opmerken bij ons zelf, dat we beseffen dat dit een richtingaanwijzer is (geweest), die we nodig hadden om een goed mens te kunnen zijn. En door te leren vertrouwen op ons zelf dat we al goede mensen zijn, te leren heel goed te luisteren naar wat we echt nodig hebben en te geloven in onszelf dat de goede dingen ons worden ingegeven, kunnen we deze dranghekken steeds een beetje verder open schuiven, totdat we het ook zonder kunnen.

Een mooier voorbeeld kunnen we, in mijn ogen, onze kinderen niet geven.